Waarom we onze telefoon menselijk maken
Misschien betrap je jezelf er weleens op: je zegt “dankjewel” tegen je telefoon na een routebeschrijving, of je moppert hardop tegen Siri of Google Assistant als iets niet lukt. Rationeel weet je dat er geen echt persoon in dat apparaat zit, maar toch voelt het soms zo. Hoe komt dat eigenlijk?
Het menselijk maken van dingen heet antropomorfisme. We geven technologie menselijke eigenschappen, zoals gevoelens, bedoelingen en persoonlijkheid. Dit doen we niet alleen bij telefoons, maar ook bij stofzuigrobots, slimme speakers en zelfs bij auto’s.
De rol van stem en taal
Waarom een stem alles verandert
Op het moment dat een apparaat tegen ons praat, schakelt ons brein onbewust over naar een soort sociale stand. We reageren zoals we dat bij andere mensen ook doen: we wachten op onze beurt, we blijven beleefd en we letten op toon en formulering. Een digitale assistent met een vriendelijke stem voelt daardoor eerder als een soort collega dan als een tool.
Ook de manier waarop assistenten zinnen bouwen, speelt mee. Wanneer je telefoon zegt “ik heb dit voor je gevonden” in plaats van “zoekresultaat geladen”, lijkt het ineens alsof er een eigen wil achter zit. Dat kleine woordje “ik” maakt een wereld van verschil.
Beleefdheid als automatische reflex
Veel mensen zeggen automatisch “alsjeblieft” en “dankjewel” tegen hun telefoon. Niet omdat ze denken dat het moet, maar omdat jarenlange sociale training zo diep in ons zit dat het vanzelf gaat. Je hersenen maken geen strikt onderscheid tussen een mens en een pratende interface; dezelfde sociale regels worden geactiveerd.
Eenzaamheid, gemak en gewoonte
Een gesprekspartner in je broekzak
Voor sommige mensen voelt praten tegen hun telefoon ook als een vorm van gezelschap. Zeker wanneer je alleen woont of veel thuiswerkt, kan een stem die altijd reageert een klein sociaal gat opvullen. De telefoon wordt dan bijna een soort stille huisgenoot die altijd beschikbaar is, nooit moe wordt en geen oordeel klaar heeft.
Daarnaast is praten gewoon vaak de snelste manier om iets gedaan te krijgen. Een timer instellen, muziek opzetten of een app openen gaat via spraakcommando’s soms makkelijker dan via menu’s en knopjes. Hoe vaker je dat doet, hoe normaler het wordt om je telefoon als een gesprekspartner te behandelen.
Is het raar om tegen je telefoon te praten
Wat dit zegt over jou
Praten tegen je telefoon is niet gek, maar eerder heel menselijk. Het laat zien dat je brein is ingesteld op contact maken, zelfs als dat contact eigenlijk met een stuk technologie is. Zolang je het verschil tussen mens en machine helder houdt, is er weinig om je zorgen over te maken.
Tegelijkertijd roept deze ontwikkeling interessante vragen op. Als we onze apparaten steeds menselijker maken, gaan we dan ook anders met echte mensen om? Verwachten we dezelfde snelheid, duidelijkheid en beschikbaarheid van onze vrienden als van onze telefoon? Hoe meer technologie op ons lijkt, hoe meer we onszelf daarin terugzien.
Voor nu is één ding duidelijk: praten tegen je telefoon is een logisch gevolg van hoe we als mens in elkaar zitten. Het apparaat wordt een soort spiegel van onze behoefte aan contact, gemak en herkenning. En ja, daar hoort af en toe een welgemeend “dankjewel” bij.