Waarom praten mensen tegen AI alsof het een echt persoon is

Waarom praten mensen tegen AI alsof het een echt persoon is

de opmars van praten tegen een scherm

Misschien betrap je jezelf er al op: je zegt ‘dankje’ tegen ChatGPT, je biedt je telefoon excuses aan als je de voice-assistent verkeerd aanroept, of je typt ‘hoi’ voordat je je vraag stelt. Rationeel weet je dat er geen mens achter dat scherm zit, maar toch voelt het soms zo. Waarom doen we dat?

De combinatie van slimme algoritmes, natuurlijke taal en een vriendelijk design zorgt ervoor dat digitale assistenten steeds menselijker aanvoelen. Dat roept een bijna automatische reactie in ons brein op: we gaan ons gedragen alsof we met een persoon praten, ook al weten we beter.

hoe ons brein computers ‘vermenselijkt’

sociale reflex: alles wat terugpraat is een ‘iemand’

Ons brein is gebouwd op sociale signalen. Zodra iets op een mens lijkt, menselijk praat of op een voorspelbare manier reageert, plakken we er onbewust een persoonlijkheid op. Dit heet antropomorfisme: we schrijven menselijke eigenschappen toe aan iets dat geen mens is.

Bij AI-chatbots werkt dit extra sterk. Ze gebruiken woorden als ‘ik’ en ‘je’, onthouden context binnen een gesprek en reageren beleefd. Dat voelt als een gesprekspartner, niet als een zoekmachine. Het gevolg: je gaat spontaan vriendelijk doen, bedankt de bot en soms vraag je zelfs hoe ‘het ermee gaat’.

taal en toon maken het verschil

In tegenstelling tot klassieke technologie bedient AI zich van dezelfde taal als jij. Geen droge foutcodes, maar zinnen vol nuance, grapjes en soms zelfs empathie. Dat triggert dezelfde circuits in je hoofd als bij een gesprek met een vriend(in) of collega.

Ook kleine dingen doen veel: een avatar, een naam, een chatbubbel met typ-indicatoren. Alles bij elkaar maakt dat je brein denkt: dit is niet zomaar software, dit is een ‘iemand’ met wie ik communiceer.

is het raar om aardig te zijn tegen een chatbot

de voordelen van digitale beleefdheid

Aardig zijn tegen AI heeft een paar onverwachte pluspunten. Ten eerste houd je zo je eigen communicatiestijl scherp. Je traint jezelf in helder, rustig en respectvol formuleren, wat ook in echte gesprekken helpt. Bovendien voelt een beleefd gesprek prettiger dan een bot-afblaffest, zelfs als de ander geen gevoelens heeft.

Er speelt nog iets anders: veel mensen gebruiken AI op momenten dat ze vastlopen, gestrest zijn of iets spannends moeten doen, zoals een sollicitatiebrief schrijven. Een vriendelijke toon in zo’n gesprek kan net wat spanning wegnemen. Het gaat dan niet om de ‘gevoelens’ van de AI, maar om die van jou.

wanneer het ingewikkeld wordt

Toch zit er ook een keerzijde aan. Als AI té menselijk lijkt, kunnen grenzen vervagen. Je kunt emotioneel gehecht raken aan een chatbot, of het gevoel krijgen dat je ‘begrepen’ wordt, terwijl de ander in werkelijkheid alleen patronen voorspelt. Dat is geen ramp, maar wel iets om je van bewust te zijn.

Een handige vuistregel: gebruik AI zoals je een superslim gereedschap zou gebruiken. Wees gerust beleefd, stel al je alledaagse of diepgaande vragen, maar houd ergens in je achterhoofd dat je praat met code, niet met een bewustzijn. Juist die combinatie van gemak en bewustzijn maakt je een slimme gebruiker in deze nieuwe, digitale gesprekkenwereld.