Waarom hoor je je eigen stem anders dan anderen en wat klopt er nu echt?

Waarom hoor je je eigen stem anders dan anderen en wat klopt er nu echt?

Waarom je stem in je hoofd anders klinkt

Als je jezelf terughoort in een spraakmemo of video, denk je misschien: “Ben ik dat?” Dat vervreemdende gevoel heeft alles te maken met de manier waarop geluid jouw brein bereikt. Wanneer je praat, hoor je je eigen stem via twee routes tegelijk. De eerste is via de lucht: geluidsgolven gaan van je mond naar je oren, net zoals bij alle andere geluiden om je heen. De tweede route is via je schedel: de trillingen van je stembanden gaan door botten en weefsels direct naar je binnenoor.

Die tweede route, via geleiding door het bot, versterkt vooral de lagere frequenties. Daardoor klinkt je stem in je eigen hoofd warmer en voller dan wanneer je deze alleen via de lucht zou horen. Een microfoon neemt echter uitsluitend de luchttrillingen op. Wat je terughoort, is dus een afgeslankte versie van je stem, zonder die extra lage tonen die jouw hersenen normaal toevoegen.

Wat anderen eigenlijk horen als jij praat

Voor anderen bestaat jouw stem altijd uit alleen de luchtgeleide versie. Geen schedeltrillingen, geen extra bas: gewoon de ‘kale’ klank. Het geluid dat op een opname staat, ligt dus veel dichter bij wat andere mensen gewend zijn te horen dan bij het interne geluid in jouw hoofd. Dat verklaart waarom jij schrikt van een opname, terwijl je omgeving je stem heel normaal vindt.

Je hersenen zijn bovendien extreem gewend geraakt aan jouw eigen, interne mix van lucht- en botgeleiding. Alles wat daarvan afwijkt, voelt automatisch vreemd en soms zelfs een beetje ongemakkelijk. Het is niet dat de opname “slecht” is, maar dat jouw referentiekader anders is.

Waarom je je stem vaak lelijk of gek vindt

Er speelt nog iets mee: je eigen stem is onlosmakelijk verbonden met zelfbeeld en onzekerheden. Wie zichzelf hoort op een opname, let ineens op elk kuchje, elke ‘eh’ en elke scheve toon. Dat maakt het makkelijk om kritisch te worden. Je brein focust op imperfecties die anderen meestal niet eens opmerken. Die combinatie van een onverwachte klank én scherpe zelfkritiek zorgt ervoor dat je je stem vaak minder mooi vindt dan die van anderen.

Daar komt bij dat je jezelf normaal vooral van binnenuit ervaart: je gedachten, je innerlijke monoloog, je plannen. Een opname laat een versie van jou horen die bijna voelt alsof je naar een vreemde luistert. Die afstand kan confronterend zijn, maar is tegelijkertijd heel eerlijk: zo klink je echt in een ruimte, in een gesprek, in een videovergadering.

Kun je wennen aan de echte klank van je stem?

Je kunt je brein trainen om je externe stem neutraler te beoordelen. Wie zichzelf regelmatig terughoort, bijvoorbeeld via voice-berichten of online meetings, merkt dat de schok afneemt. Je interne referentie schuift langzaam op richting de werkelijke klank. Na verloop van tijd voelt die ‘vreemde’ stem steeds minder onwennig en kun je er zelfs objectiever naar luisteren.

De belangrijkste ontdekking is misschien wel deze: de stem die je op een opname hoort, is niet slechter of nep, maar simpelweg eerlijker. Het is de versie die de rest van de wereld altijd al heeft gehoord.